Interview met kinderboekenschrijver Sanne Rooseboom

Ik bel Sanne terwijl ze op weg is naar een school in Friesland. Want naast het schrijven van kinderboeken, vertelt ze er ook graag over. Dat doet ze in de vorm van gastlessen op scholen door heel Nederland. Een leuke maar ook tijdrovende bezigheid, want ze is momenteel volop bezig met twee nieuwe boeken. “Het is continu zoeken naar een goede balans tussen die twee bezigheden”, legt ze uit.

Hoe lang ben je eigenlijk al kinderboekenschrijver?
“Inmiddels al weer bijna 10 jaar. Mijn eerste boek was Jippie! een humeurig sprookje. In diezelfde periode had ik Het Ministerie Oplossingen geschreven, dat boek, is bij een wat breder publiek bekend.” Beide boeken werden uiteindelijk tegelijkertijd uitgebracht (2016). Van zowel het Ministerie van Oplossingen als van Jippie! zijn inmiddels meerdere delen verschenen. Verder schreef ze in 2022 Mot en de metaalvissers, dat een nominatie voor de Woutertje Pieterse Prijs in de wacht sleepte. En dan niet te vergeten het Kinderboekenweekgeschenk van 2023: Ravi en de laatste magie.

Waarom ben je schrijver van kinderboeken geworden?
“Ik voelde van kleins af aan al een sterke drang om te schrijven. Voordat ik kinderboeken schreef was ik journalist, dus ik was al gewend aan het vele schrijven. Maar je kunt nu eenmaal je pijlen maar op een ding tegelijk richten, daarom besloot ik om volledig voor het schrijven van kinderboeken te gaan. Ik had notabene net een baby gekregen, je zou denken een slechter moment bestaat niet, maar ik dacht: als ik dit echt wil, dan moet ik het gewoon doen! Dus schreef ik elke dag een klein stukje. Ik heb uiteindelijk acht jaar aan het Ministerie van Oplossingen gewerkt.” Over haar andere debuut zegt ze: “Met het schrijven van Jippie heb ik vooral veel lol gehad. De hoofdpersoon is een humeurige prinses in een land waarin verder iedereen vrolijk is. Ik wil kinderen laten zien dat de wereld veel magischer is dan dat die in eerste instantie lijkt!”

Hoe ontstaan jouw onderwerpen en personages?
“Het is niet zo dat ik van tevoren een personage van A tot Z uitdenk. Mijn personages ontwikkelen zich over het algemeen tijdens het schrijven achter mijn laptop. Ik hou ervan als kinderen mijn boeken grappig en spannend vinden, maar het moet wel ergens over gaan. Over wat je kunt doen voor een ander, over omgaan met humeurigheid, over onrecht rechtzetten, over vriendschap, over ouders etc.”

Wie is jouw inspiratiebron?
“Annie M.G. Schmidt vond ik erg leuk om te lezen als kind. Verder vind ik de manier van schrijven van Roald Dahl en zijn woeste fantasie geweldig. En Thea Beckman las ik als kind ook heel graag, die kan zo schrijven dat je helemaal wordt meegenomen in het verhaal. Tegenwoordig zie ik overal collega’s die me inspireren, omdat ze mooi schrijven, originele verhalen bedenken of steeds iets nieuws proberen.”

Wat schrijf je nu?
“Ik ben bezig met een nieuw deel van het Ministerie van Oplossingen. Daar ben ik nu nog een extra redactieslag op aan het doen en daarna gaat het door naar de eindredactie. In september ligt het in de boekwinkels. En dus nog met een ander boek, wat ik dit keer vanuit de ik-vorm schrijf. Dat is nieuw voor mij, maar ook heel leuk om te doen.”

Heb je tips voor mensen die ook een (kinder)boek willen schrijven?
“Begin gewoon! Geen excuses meer, maar simpelweg elke dag een stukje schrijven en aan je verhaal blijven denken. Iedereen heeft wel eens een dag dat het minder gaat of dat je geen inspiratie hebt. Dat is helemaal niet erg. Uiteindelijk kom je toch weer in de juiste flow, schrap je wat en heb je altijd wel een of twee zinnen die wel blijven staan. En zo vormt zich alsnog een verhaal. Of volg een schrijfcursus en zoek contact met anderen die ook schrijfdrang hebben.”

Ook boeken van Sanne lezen of meer weten? Kijk op: www.sannerooseboom.com

Laat een reactie achter:

Your email address will not be published.

Site Footer